Je baby is nu alweer bijna een week oud! Vandaag is ook de dag dat je baby meestal weer aan het groeien is. Zoals we hebben uitgelegd op dag 2, vallen baby’s de eerste paar dagen na de bevalling altijd wat af in gewicht. Maar, uiteindelijk gaan ze ook weer groeien. Wanneer dit omslagpunt is, verschilt per baby. Meestal zien we het dieptepunt van het gewicht op dag 4 of 5. Dit betekent dat de baby meestal op dag 6 weer gaat groeien; de ‘omslagdag’. Dit is altijd een fijn moment. Wanneer de baby gaat groeien betekent dit dat de borstvoeding op gang is, de baby voldoende melk uit de borst krijgt en er daardoor minder onzekerheid is bij de moeder. Vaak gaat groei van de baby gepaard met een aantal andere factoren waaraan we kunnen zien dat er voldoende melk is: de baby plast voldoende en de plas is helder van kleur (zonder uraten), de ontlasting van de baby verkleurt van zwart/bruin naar groen en uiteindelijk naar geel, de baby kan zijn temperatuur goed op peil houden en hapt goed aan aan de borst. Dit zijn allemaal tekenen dat het goed gaat met de baby.
Niet elke baby doet er even lang over om terug te komen op het geboortegewicht. Je baby valt relatief snel af, maar het duurt langer om dat gewicht er weer bij te krijgen. Het kan soms tot 2 weken na de bevalling duren voordat de baby weer op zijn of haar geboortegewicht is. Schrik hier dus niet van, dit is heel normaal!
Wat je ook kunt gaan merken vanaf het moment dat de borstvoeding goed op gang is, is de toeschietreflex. De baby heeft 2 verschillende manieren van drinken. De baby begint altijd met een aantal keer kort zuigen, waarbij de baby niet slikt. Dit doet je baby om de toeschietreflex te laten ontstaan en daarmee de voeding op gang te brengen. Door een paar minuten krachtig, maar kort te zuigen aan de borst wordt het hormoon oxytocine aangemaakt. De oxytocine zorgt ervoor dat de spiertjes in de melkkanaaltjes en in de tepel samenknijpen, waardoor de melk naar buiten wordt geperst. Dit heet de toeschietreflex. Bij de ene vrouw is de toeschietreflex sterker dan bij de andere. Sommige vrouwen merken duidelijk een moment tijdens het voeden dat de melk ‘toeschiet’. Het kan soms zelfs zijn dat de baby de borst loslaat doordat de melk in de keel ‘schiet’. Sommige kindjes verslikken zich dan juist. Als de toeschietreflex voorbij is (dit duurt vaak maar enkele seconden), dan zul je merken dat je baby langere halen aan de borst zuigt, en dan hoor je de baby ook slikken. Op dit moment is er melk en kan de baby rustig doordrinken.
Mocht je in de kraamweek of na de kraamweek moeten of willen kolven, hebben veel kolfapparaten 2 standen. De eerste stand bootst de korte, krachtige zuigbewegingen na, waarna je over kan gaan op een tweede stand, waarbij het daadwerkelijke drinken wordt nagebootst. Vaak zie je het in de flesjes die aan de kolf hangen wanneer de toeschietreflex plaatsvindt, omdat je bij de eerste stand een paar druppels produceert, en na de toeschietreflex de melk vaak ziet stromen, maar wel pas als de voeding al goed op gang is. Als je kolft in de kraamweek om de productie van de melk op gang te krijgen, dan is er vaak geen sprake van een stroompje melk wat je in de fles ziet lopen, omdat er nog niet zoveel melk wordt aangemaakt door je borsten om een stroompje te kunnen veroorzaken.
De toeschietreflex is dus heel normaal en laat eigenlijk juist zien dat de voeding goed op gang is. Vaak zie je de toeschietreflex nog niet zo duidelijk in de kraamweek, maar pas daarna. Ook is de toeschietreflex niet voor iedereen even duidelijk waar te nemen. Je hebt sowieso een toeschietreflex, anders zou er geen melk zichtbaar zijn.